top of page

3. You Must Be Born Again

voor meer bijbelstudies in het nederlands, klik hier

‎3. Je moet wedergeboren worden!‎


Johannes 3:1-12

 Ik kom hier voor het eerst. 

Velen onder ons kennen het gezegde: “Je moet wedergeboren worden!” Dat is een welbekend vers uit de Schriften, dat heeft gefungeerd als een waarschuwingssignaal voor bepaalde segmenten van de christen-gemeenschap, in het bijzonder in de westerse wereld. Daarom is het makkelijk om “wedergeboren” als term te associëren met een specifiek segment van het christendom.

Nochtans mogen we niet uit het oog verliezen dat het Jezus was die deze intrigerende uitspraak deed, en het is nog belangrijker te beseffen dat de uitdrukking “
Je moet wedergeboren worden" Jezus’ antwoord was op de belangrijkste vraag waarmee iemand kan zitten.

In een notendop luidt die vraag als volgt:
“Hoe verkrijg ik het eeuwige leven?” In deze vraag, en in het antwoord daarop, vinden we kern van de Evangelieboodschap.

Vele gewone mensen zochten Jezus' gezelschap op. Het was voor hen veilig om Hem op de voet te volgen, want ze hadden weinig te verliezen.

Anderen, die deel uitmaakten van de toenmalige religieuze gemeenschap, bekeken Jezus terughoudend. Misschien werden ze wel geïntrigeerd door Zijn boodschap, maar behielden ze hun afstand ten opzichte van Hem, omwille van hun levensstatus. Ze wisten dat Jezus volgen of Zijn lering goedkeuren zou inhouden dat ze riskeerden hun reputatie te schaden. Ze zouden kunnen worden beschouwd als iemand die omgaat met een ketter, als een tovenaar/goochelaar, of zelfs als een religieus fanaticus, want dat is hoe Christus in Zijn tijd door de gevestigde religieuze orde beschouwd werd. Hij was een controversieel figuur, en is dat nog steeds.

In Hoofdstuk 3 van het Evangelie van Johannes lezen we over een persoon die in de toenmalige religieuze samenleving van hoge rang was en Jezus bezocht, een man die Nicodemus heette.

3.1. Nicodemus de Farizeeër.

3.1.1. Johannes 3:1-12 luidt als volgt:

1 Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus.
2
Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’
3
Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
4 ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’
5 Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest.
6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.
7 Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden.
8 De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’
9 ‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus.
10 ‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent?
11 Werkelijk, Ik verzeker u, wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet.
12 Wanneer jullie Me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie Me dan geloven als Ik over hemelse dingen spreek?

3.1.2. De apostel Johannes heeft ons op velerlei manieren de persoon van Christus bekendgemaakt, zoals het feit dat Hij in het begin bij God was, Zijn doop door Johannes de Doper, en het feit dat Hij mensen opriep tot een relatie met Hemzelf.

Aan het begin van Hoofdstuk 3 stelt Johannes ons de eerste en de meest diepgaande leergevende toespraak van Jezus voor, namelijk de noodzaak om wedergeboren te worden.

Bij de aanvang van Zijn lering maakt de Heer duidelijk dat we door werken nooit de eeuwigheid bij God kunnen binnengaan. Dat is de reden waarom Christus de analogie van de wedergeboorte hanteert. Dat is iets wat we niet op eigen sterkte of vaardigheid kunnen bewerkstellen. Hoevelen onder ons hebben ook maar iets te maken gehad bij hun fysische geboorte in de wereld? Wij hebben daarbij geen enkele rol gespeeld. Eenieder van ons is geboren als eindresultaat van het handelen van andere mensen en van God. Het is God Zelf die via Zijn verlossingsplan deze wedergeboorte
heeft opgestart, door voor ons de weg te bereiden die naar Hem terugleidt. Wat wij niet kunnen, heeft Hij door Zijn Zoon Jezus verwezenlijkt.

Deze één-op-één ontmoeting met Nicodemus gebeurde in Jerusalem, want ons wordt in de voorgaande schriftuurplaats verteld dat Jezus op Paasofferfeest was en dat velen de wonderbaarlijke tekenen zagen die Hij volbracht en hun vertrouwen in Hem stelden (Johannes 2:23). De Heer stelde dat Hij vaak onderwees in het tempelhof van Jerusalem (Johannes 18:20), zodat het logisch is te veronderstellen dat Nicodemus diezelfde tekenen en wonderen had staan bekijken.

3.1.3. In deze schriftuurplaats zijn er 3 zaken die we over Nicodemus leren.

1) Nicodemus was a Farizeeër, namelijk "iemand die afgescheiden is" (v. 1).

De Farizeeën waren een diep-religieuze groep die nooit uit meer bestond dan 6000 individuën die toegewijd waren aan het onderhouden van elk detail van de wet zoals deze werd geïnterpreteerd door de schriftgeleerden en de leraren van de Wet van Israël.

Voor de Farizeeën volstond het niet om de geboden te onderhouden, zoals ze in de eerste 5 boeken van de Bijbel geschreven staan. Ze wilden elk gebod specifiek definiëren en deze tot regel verheffen.

2) Nicodemus was niet louter een Farizeeër: hij was ook 1 van de 70 leden van het Sanhedrin.

Het Sanhedrin was de leidinggevende Joodse Raadsvergadering, de hoogste Joodse Rechtbank, die gezaghebbend was voor eender welke Jood, waar ook ter wereld.

 3) Nicodemus was de leraar van Israel (v. 10). Net als eender welke andere praktizerende Jood, wist Jezus wist wie Nicodemus was.


Om Nicodemus te omschrijven als leraar van Israel wordt in de Schriften in het Grieks een bepaald lidwoord gebruikt, wat erop wijst dat Nicodemus onder dat volk “de” leraar was, de hoogstgerang-schikte leraar. Hoogstwaarschijnlijk waren er verscheidene schriftgeleerden die naar hem opzagen om antwoorden te krijgen op vragen in verband met de detailregels waaraan ze zich moesten houden opdat ze zou kunnen worden beschouwd als een rechtvaardige Farizeeër.

Eerste vraag. Waarom kwam Nicodemus ’s nachts naar Jezus en verzocht hij Jezus om antwoorden, ook al was hij een geleerde? (v. 2). Wat denk je over zijn geestelijke zoektocht?

Waarom kwam hij ‘s nachts?

Misschien omdat hij zag hoe toeschouwers overdag rond Jezus zwermden en hoezeer de Heer acht sloeg op de noden van hen die dagelijks naar Hem toekwamen.

Het is niet uitgesloten dat hij alleen wat
quality time met Jezus trachtte te hebben, zonder te worden beslommerd door andere zaken.

Het is ook mogelijk dat een man als Nicodemus overdag vele verantwoordelijkheden had, en weinig tijd had om persoonlijke antwoorden op zijn zieleroerselen te zoeken, waardoor hij Jezus opzocht nadat zijn werkdag erop zat. his workday was done.

De derde mogelijkheid bestaat erin dat Nicodemus geen tegenstand of bespotting van de andere leidende Joodse ouderlingen wilde. Nicodemus kwam ’s nachts, opdat anderen uit zijn religieuze orde - die elk van Jezus’ handelingen overdag in de gaten hielden, terwijl Hij in het tempelhof onderwees - hem niet zouden zien.

Nicodemus kende de afgunst en de haat van de hogepriester en van anderen in het Sanhedrin ten aanzien van Jezus. Later, toen Nicodemus samen met andere Farizeeën, Jezus trachtte te arresteren, poogde hij Jezus tegenover de Joodse Raad te verdedigen. Maar de andere, Jezus minachtende leden van de Raad legden Nicodemus al schreeuwend het zwijgen op.

50 Maar Nikodemus, die destijds bij Jezus was geweest, iemand uit hun eigen kring, zei:
51
‘Onze wet veroordeelt iemand toch pas als hij gehoord is en als bekend is wat hij heeft gedaan?’
52
Ze zeiden tegen hem: ‘Kom jij soms ook uit Galilea? Kijk het maar na, dan zul je zien dat er uit Galilea geen profeet kan komen.’ (Johannes 7:50-52).

Satan, de vijand van onze ziel, poogt ons te verhinderen moedig te spreken over ons geloof in de Heer. De geest die werkzaam is in deze wereld probeert de invloed te verminderen van hen die in Christus geloeven (Efeziërs 2:2). Jammer genoeg overmant zielsarmoede ons als we ons geloof in Christus verbergen. De Bijbel zegt dat de rechtvaardigen moedig zijn als leeuwen (Spreuken28:1). Wees moedig als het erop aan-komt pal te staan voor Christus te midden van ongelovigen.

Wat ook de reden moge zijn geweest waarom Nicodemus ’s nachts kwam, blijkt het evident dat er iets in zijn hart hem daartoe aanzette. Jezus had iets wat hij niet had. Nicodemus kwam niet eraan toe om te zeg-gen wat hem dreef; hij zag alleen de mogelijkheid om te zeggen dat God met Jezus was en dat Jezus door God gezonden was (v. 2). Maar zelfs dat bleek hij niet voor zichzelf te claimen, want hij zei het volgende: ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is’ (v. 2) alsof het anderen waren die dit zeiden.

Nicodemus had een intuitieve kennis, een innerlijk getuigenis of een groeiend bewustzijn vanChristus or en zijn eigen geestelijk bankroet.

Hij begon de eerste stappen te zetten die zijn interesse in de persoon van Christus deden ontluiken maar Christus hoorde hem nog niet toe. Wie Jezus wasn moet zeker binnen zijn dichtste maatschappelijke kring het onderwerp van verhitte discussie zijn geweest, vooral dan nadat Christus de tempel was binnengegaan en de geldwisselaars en verkopers van offerdieren, van wie sprake is in de bovenvermelde schriftuurplaats had buitengegooid.

De wonderen waarvan Nicodemus getuigde was, hielpen hem inderdaad te zien dat er meer met Christus aan de hand was dan wat op het eerste zicht bleek. Ondanks alles wat hij totdan had verwezenlijkt, had Nicodemus geen innerlijk getuigenis dat hij met God in het reine was. Hij kwam naar Christus om uit te vissen wat hij nog miste. In zijn brief aan de Kerk te Rome, zegt de apostel Paulus ons dat eenieder die een christen is, in zijn leven een innerlijk getuigenis heeft dat hem laat weten dat hij Christus toebehoort:

‘15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden - door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’.
16
De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
17
En als we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen: erfgenamen van God, samen met Christus. Want wij delen in zijn lijden om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister.’ (Brief aan de Romeinen 8:15-17. (Vette druk door Keith Thomas)

Tweede vraag.   

Wat betekent volgens jou dat iemand de Heilige Geest heeft die samen met onze geest getuigt?  


3.2. De mens kan zichzelf niet redden.

Als leider, leraar en Farizeeër had deze man het soort gerechtigheid waarvoor de hele natie hem benijdde, maar toch ontbrak er iets. Hij was niet goed genoeg! Nicodemus had iets meer nodig dan een stelsel van goede werken:

‘Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën [Nicodemus was beiden], zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan’ (Matteüs 5: 20).

De Heer wist welke vraag Nicodemus’brein bezighield. Daarom zei Hij tot hem: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien’ (Johannes3:3).

Het Griekse woord dat vertaald is als “opniew” is het woord anōthen, dat 2 verschillende betekenissen heeft. Het kan “opnieuw” betekenen - een tweede maal - maar ook “van boven” - in die zin dat God werk in onze ziel moet verrichten vooraleer we het Koninkrijk Gods kunnen waarnemen. Beide betekenissen zijn juist. Jezus’ woorden kwamen bij Nicodemus binnen als een schok, want religieuze Joden waren van het idee dat zij het Koninkrijk Gods zouden binnentreden omdat zij kinderen van Abraham waren en zich aan de wet hielden. Ze kleedden zich uiterlijk, maar van binnen waren ze vol schijnheiligheid:

Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er van-buiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. (Matteüs 23:27).

Rechtvaardigheid moet worden imputed in het binnenste van elke mens (rechtvaardigheid toegeschreven aan iemands spirituele rekening). Zonder een innerlijke verandering blijft ons leven hetzelfde. Verandering moet van binnenuit komen, en we kunnen die verandering niet zelf bewerkstellen. We moeten daarvoor connectie maken met de krachtbron!

De innerlijke mens, meer bepaald zijn hart, moet vernieuwd worden. Hiervoor hebben we wedergeboorte als theologische term: “en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barm-hartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest” (Titus 3:5).

Een christen worden houdt niet in dat je een nieuwe start in het leven maakt, maar wel dat je een nieuw leven ontvangt waarmee je kunt starten. De schrijver J. Sidlow Baxter zei het volgende: “Wedergeboorte is de fontein; heiliging is de rivier.”

Jezus’ standpunt vormde voor Nicodemus een uitdaging. Het Joodse volk geloofde dat het feit dat iemand rijk was, een goed teken vormde dat hij goed en wel op weg was om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. In een ander onderdeel van Zijn lering vertelde Jezus aan de leerlingen dat het voor een rijke man moeilijk is om het koninkrijk binnen te gaan. Ze waren door Christus’ uitspraak geshockeerd.  

23 Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan.
24
Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’
 25
Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’
Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’
  (Matteüs 19:23-26) (Vette druk door Keith Thomas).

Sommigen onderwijzen dat het oog van de naald verwijst naar een poort die tot een stad toegang geeft en zo klein is, dat een persoon die de stad met zijn beladen kameel, wilde binnentreden, om dat te kunnen eerst die goederen van de kameel moest wegnemen. Ik denk nochtans dat we die schriftuurplaats letterlijk moeten interpreteren.

Ik geloof dat Jezus hier zegt dat - net zoals het onmogelijk is voor een kameel om door een naainaald te gaan - het voor eender wie, ongeacht of hij rijk dan wel arm is, op dezelfde wijze onmogelijk is om het koninkrijk van God binnen te gaan zonder te zijn wedergeboren, zonder van bovenaf te zijn geboren.

Een mens kan onmogelijk het koninkrijk van God binnengaan zonder dat God de wedergeboorte bewerk-stelt in zijn binnenste -  in de centrale plek van zijn hart. Het is zo essentieel voor ons om deze waarheid te herkennen dat alleen al in dit onderdeel Christus drie maal de woorden “Werkelijk, Ik verzeker u” (vs. 3, 5 en 11) hanteert: een uitspraak die erop gericht is het belang van Zijn woorden te tonen.

Voor iemand die het leven altijd heeft bekeken met een uitwaartse blik is het moeilijk te denken aan de noodzaak van een geestelijke geboorte. Nicodemus antwoordde zoals de meesten van ons dat zouden doen als ze een dergelijke uitspraak voor het eerst horen. Hij dacht alleen in natuurlijke bewoordingen.

Er was geen logische denkwijze die van aard is om die uitspraak te kunnen verstaan en daarom was hij verbaasd. Zonder nadere beschouwing betekende dit immers dat hij de baarmoeder van zijn moeder zou moeten binnentreden om wedergeboren te worden. Hij stond in letterlijke termen te denken en vroeg zich af hoe dit kon geschieden.

Jezus zei dat het Koninkijk van God niet kan worden waargenomen zonder dat God een geestelijk leven had toebedeeld. De Heer is hierover zo uitdrukkelijk dat Hij het voor Nicodemus en tot ons voordeel duidelijk uitlegde. Hij zei:
“Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. 6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.” (vs 5-6).

Wat uit vlees is geboren, is vlees, maar om in het geestelijke koninkrijk in te gaan, moet je door de geest van God het geschenk van leven ontvangen. Hij zegt niet dat sommigen niet kunnen binnengaan, tenzij ze wedergeboren zijn, maar Hij gebruikt krachtige woorden, die erop neerkomen dat niemand het koninkrijk God kan ingaan tenzij er 2 zaken in zijn leven gebeuren.

Net als bij je geboorte in deze wereld kan je niets doen dat bijdraagt aan je geestelijke geboorte. Redding is een geschenk van God (Efeziërs 2:8). Wat daartoe nodig is, aldus Jezus, zijn deze 2 dingen: geboren worden uit water en geboren worden uit geest.

3.3. Geboren uit water en geest.

Tot we tot Christus komen en de gave van het eeuwig leven krijgen, blijft de dood werkzaam in ons leven. Toen Adam Gods waarschuwing miskende, namelijk op de dag dat hij van de verboden vrucht in de Hof van Eden at, zei de Heer dat hij voorzeker zou sterven (Genesis 2:17), stierf Adam niet fysisch vooraleer hij 930 jaar oud was geworden (Genesis 5:5).

De dood begon haar werk in Adam vanaf de dag waarop hij zondigde, maar Adams vermogen om verbin-ding te maken en te communiceren met God onderging ook de gevolgen van de zonde, zoals blijkt uit het feit dat hij zich in de Hof van Eden voor God verborg (Genesis 3:8).

Zonder onze verbinding met God, zijn we zonder hoop (Efeziërs 2:12), een toestand die God kwalificeert als zijnde dood. Jezus kwam om die verbinding te herstellen. Hij zei daarover het volgende: “Maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid” (Johannes 10:10). Als het dan zo is; dat Jezus is gekomen om ons nieuw leven te geven, moet wat we hebben vooraleer we Zijn leven ontvangen, wel onvoldoende zijn.

De apostel Paulus schrijft gelijkaardige bedenkingen in zijn brief aan de Kerk te Efeze:
U was dood door de misstappen en de zonden” (Efeziërs 2:1 en 5).

Als mensen tot Christus komen, zich bekeren van hun zonden en Christ in hun leven binnenlaten, zijn ze wedergeboren“Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden” (Johannes 1:12).

Aan de geest van nieuwe christenen wordt nieuw leven gegeven. De sluier in de tempel van hun hart is weggenomen en de gemeenschap met God is hersteld. Als we Christus vertrouwen, is de kwestie van de zonde, die ons scheidt van God, weggenomen.

Derde vraag. 

Wat zou Jezus kunnen bedoelen als Hij wijst op “uit water geboren worden” (Johannes 3:5)?

Er zijn 4 mogelijke interpretaties.

1e interpretatie: water staat symbool voor de fysische geboorte.

In de eerste 9 maanden van ons leven, leven we in de waterige omgeving van een vruchtzak in de baarmoeder van onze moeder. Zij die deze denklijn erop nahouden, geloven dat Jezus poneert dat een persoon een fysische geboorte en een geestelijke geboorte nodig heeft.

Dit is een letterlijke interpretatie, die onder de geleerden weinig aanhangers heeft.

2e interpretatie: water staat symbol voor het Woord van God.

In de Schriften wordt ons verteld dat Christus de Kerk reinigt “om haar te heiligen, haar te reingigen met het water en met woorden …” (Efeziërs 5:26).

Elders drukt Jezus dit als volgt uit:
Jullie zijn al rein door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb” (Johannes 15:3).

In deze interpretatie zegt Jezus dat Gods Geest het Woord van God als het middel gebruikt om iemand van zonde te overtuigen en te verklaren wat God heeft gedaan om ons van alle zonden te reinigen.

In deze bijzondere interpretatie staat water symbool voor de reinigende kracht van het Woord van God, voor het reinigen van onze levensloop, door te leven overeenkomstig het Woord van God (Psalm 119:9).

3e interpretatie: water staat symbool voor de reinigende en
regeneration werk van de Geest in het leven van een mens die zich tot Christus richt.

“4 Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden
5
en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest
(Titus 3:4-5).

4e interpretatie: water staat symbool voor bekering.

Sommigen geloven dat Jezus verwees naar gedoopt worden, maar de dood is een uitwendige uitdruk-king van een inwendige verandering van hart. Dat is wat er vanbinnen gebeurt en het ganse verschil uitmaakt.

Ten tijde van Jezus' gesprek met Nicodemus, was Johannes de Doper een doop van bekering aan het prediken (Markus 1:4 en Handelingen der Apostelen 19:4).

Onder water gedompeld worden was voor de dopeling een manier om aan de wereld te verkondigen dat hij zich bekeerd had (bekering betekent zijn ziel te veranderen) en aan zijn vorig leven gestorven was, wachtend op de komst van de Geest samen met de komst van Christus.

Heden ten dage is het woord bekering niet langer een populair woord. Sommigen onderwijzen dat iemand alleen in Christus moet geloeven, maar de boodschap van Christus was dat - tenzij mensen zich bekeren en geloven - zij weldegelijk verloren zullen gaan
(Lukas 13:3-5).

Ik geloof dat alle 4 interpretaties geldig zijn, zodat we niet dogmatische moeten zijn voor eender welk van die interpretaties. Het komt vaak voor dat je, in uitspraken zoals deze, in Gods Woord verschillende lagen waarheid kan vinden.

Het is belangrijk je hart te onderzoeken en te overwegen of je je al dan niet werke-lijk bijbels bekeerd hebt van zonde. Heb je de Heilige Geest gevraagd om je te reinigen en te vernieuwen? Wil je werkelijk vrij zijn van gewoonten die jouw karakter en ziel bederven en pijn veroorzaken in jouw leven en in het leven van anderen om je heen?

Als we ons werkelijk bekeerd hebben van alle zonden die ons bekend zijn, zal de Geest van God de zaken belichten die we moeten loslaten, opgeven of veranderen. Dat is nochtans niet alles! De Heilige Geest is trouw om de waarheid te openbaren en ons leiden naar de waarheid. God voorziet ons van de wegenkaart der bevrijdingen van het vervoermiddel dat ons ons onze bestemming zal brengen.

Wat noodzakelijk is, is een geestelijk ontwaken of een geestelijke geboorte, die plaatsgrijpt doordat God leven schenkt via Zijn Woord en Zijn Geest en niet door rechtvaardige werken. In deze schriftuurplaats zien we een man die tot het besef van zijn eigen nood komt en naar een geestelijke wedergeboorte zoekt.

Vierde vraag.

Hoe weten mensen of ze uit water en geest geboren zijn? Wat denk je daarover? Wat voor bewijs moeten we in iemand zien die de gave van redding en wedergeboorte (of geboorte van boven) ontvangen heeft?

Ettelijke jaren geleden kwam er naar de ouderlingen van een kerk een jong meisje dat verlangde om lid van die kerk te worden.

Eerst werd haar het volgende gevraagd: “Ben je ooit te weten gekomen dat je een zondares was?”
Zonder enige aarzeling zei ze: “Ja, daadwerkelijk”.

De tweede vraag die haar werd voorgelegd, luidt als volgt:
“Meisje, denk jij dat jij een verandering hebt ondergaan?”  
Haar onmiddellijke antwoordde luidde:
“Ik weet dat dit het geval is.”

Als derde vraag kwam toen:
“Wat is dan die verandering die over jou gekomen is?”
Ze antwoordde
“Welnu, het zit zo. Vooraleer is bekeerd was, liep ik de zonde achterna. Nu loop ik van de zonde weg.“.

Deze karakteriële verandering vormt het bewijs voor het ondergaan van een wedergeboorte: het is zowel een verandering van houding als een verandering van richting. [1]

Laten we wat tijd nemen om enig bewijs te vinden dat iemand wedergeboren is, maar wees je er bewust van dat deze zaken niet mogen worden gezien als bewijselementen voor dingen die je zelf kan doen. Ze vormen de vrucht van een inwendige verandering die door de Geest tot stand is gebracht, en niet door ons fysisch lichaam.

  1. Geloof je het Evangelie werkelijk?

    We hebben het hier niet over een are mentale erkenning van de waarachtigheid van de boodschap, maar een in het hart geplant geloof dat leeft vanuit goddelijke waarden in jouw dagelijks leven.

    Jouw leven toont of je gelooft of niet. Jezus zei:
    “Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels?” (Matteüs 7:16).

    Er moet in jouw leven groeiend bewijs zijn van de vrucht van de Geest
     (Brief aan de Galaten 5:16-25).

     

  2. Heb je een dankbaar en liefhebbend hart dat waardering voor de Heer Jezus toont vanwege het feit dat Hij voor jou aan het kruis is gestorven?
     

  3. Honger je ernaar om Gods Woord te kennen?  

    “In ieder die zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde werkelijk tot volmaaktheid gekomen; hierdoor weten we dat we in Hem zijn” (1 Johannes 2:5).

  4. Verlang je in je hart naar de wederkomst van Christus?

    2 “Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is.
    3 Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is

    (1 Johannes 3:2-3, vette druk door de steller aangebracht).

     

  5. Ben je verdrietig en teleurgesteld in jezelf als je zondigt?

    Als je Christus hebt uitgenodigd om te zitten op de troon van jouw leven en Hem de controle hebt gegeven, zal de Geest je veroordelen als je zondigt.

     

  6. Hou je van anderen die van God houden? Geniet je ervan onder christenen te zijn?

    “Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood” (1 Johannes 3:14).
     

  7. Heb je een bewust besef van de Geest die werkzaam is in jouw leven?

    Zo ja, dan is dit ook bewijs dat het leven van God in jou werkt:
    Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest.” (1 Johannes 4:13).

3.4. Mijn eigen geestelijke onvrede.

Na een lange zoektocht van meer dan 5 jaarvond ik Christus en bezocht ik 5 verschillende continenten en veel verschillende landen.

Ik heb een bijna-dood-ervaring gehad, die mij ervan bewust deed worden dat de dood niet het einde van het leven betekent, maar het begin van een doorgang. Ik verliet werkelijk mijn lichaam en zag mezelf vanaf de zoldering. Terwijl ik zweefde tussen dood en leven, riep ik tot een God die ik niet kende. Ik dacht dat, wanneer iemand stierf, dat het einde betekende!

Tot die God die ik niet kende, zei ik het volgende:
“Ik zal je mijn leven geven en alles doen wat U van mij vraagt als U mijn leven spaart en me laat voortleven.”

God hoorde mijn gebed en ik bevond me ogenblikkelijk terug in mijn lichaam. Van toen af aan voelde het alsof een onzichtbare persoon mij leidde - maar ik wist niet wie God was!

Niemand had me ooit het Evangelie van Christus verteld, en daaarom probeerde ik religie uit, onder de vorm van Hindoeïsme en Boeddhisme. Dat leste niet mijn innerlijke dorst naar God en dus besloot ik filosofie te studeren en nog andere, vreemde inhoud die grensde aan occultisme.

Nadat ik moegezocht was en had ontdekt dat ze alle vruchteloos waren, vond ik toevallig een boek van Hal Lindsey dat poneert dat profetieën heden in vervulling gaan. Het boek droeg als titel “The Late Great Planet Earth” (in het Nederlands vertaald als “De planeet die Aarde heette”). Mijn ogen werden door het lezen van dat boek geopend voor het feit dat God werkzaam is in deze wereld en ons niet aan ons lot heeft overgelaten. Ik leerde van Zijn liefde voor mij, en slechts enkele weken later, nam ik een vliegtuig richting het Westen van Amerika om daar te zoeken en te speuren in verband met de wederkomst van Christus.

De Heer zorgde ervoor dat ik in het vliegtuig ging zitten naar een gelovige. Hij nodigde me uit om in zijn huurwagen mee te rijden naar een christelijk zomerkamp in de staat Virginia, om aldaar met hem bijbelse profetieën te bestuderen.

Op de één of andere manier werden we van elkaar gescheiden door de Immigratiedienst.
Toen de agenten hun oog sloegen op mijn paspoort en de vele landen zagen die ik had bezocht, werd ik aangehouden. Nadat de procedure bij Immigration eindelijk voorbij was, nam ik een autobus van de firma Greyhound -ervan overtuigd dat het de leiding van God was die mij voortstuwde - en ik belandde in Richmond in de staat Virginia.

Twee dagen later ging ik naar de bushalte en kocht een biljet voor een camping, die zowat 32 kilometer van Richmond was gelegen. De enige Amerikaan die ik kende in heel het land stond te wachten op de bus: de man die ik op het vliegtuig had ontmoet. Hij had diezelfde dag en hetzelfde tijdstip gekozen om zijn auto naar de dichtbijzijnde stad te brengen, zodat hij niet langer huur moest betalen.

Hij nam dezelfde bus als ik en hij bracht me naar de camping, waar ik voor het eerst het Evangelie aan-hoorde. Samen met een krachtige aanraking van Gods Geest ontving ik Christus op dat mijlenver van alles verwijderde zomerkamp.

Toen ik Christus in mijn leven ontving en wedergeboren werd, voelde het alsof er een zwaar gewicht van mij weggenomen. Gedurende vele dagen voelde mijn hart als gelei. Van zodra het woord “Jezus” nog maar vermeld werd, begon ik te wenen.

Ik had het moeilijk te geloven dat iemand mij kon liefhebben zoals ik was: een vermoeide, verwonde zonder die ernaar verlangde geliefd te worden. Het was voor mij een ervaring die ik nooit zal vergeten. Ik wist dat ik anders was! Ik was zo gelukkig! Ik voelde de liefde van God en ontving liefde voor anderen die ik voorheen nog nooit had ervaren.

In mijn hart ontwikkelde er zich toen passion voor het Woord van God, een liefde voor andere christenen en een verlangen om hen die nog zonder Hem zijn te laten weten hoeveel ook zij geliefd zijn. Mijn ziel was en is nog steeds tevreden.  

De reis is voor iedereen verschillend. Omdat ik zo wanhopig was en zo ver van God verwijderd leefde, nam mijn leven een scherpe bocht. Het maakt niet uit wat ons leidt naar het moment waarop we beginnen te zoeken; allen komen we op een gegeven ogenblik voor een kruispunt te staan. Dat is een plek waar we ons leven gaan onderzoeken en ons afvragen wat de zin van het leven is.

Je kan daarbij gedachten krijgen zoals deze
: "Is dit maar alles wat er is?" of "Waarover gaat dit leven eigenlijk?" Als je merkt dat je dergelijke gedachten hebt, ben je op zo’n kruispunt! Vind Christus op dat kruispunt: Hij zal er staan wachten.

Nicodemus werd een gelovige door zijn ontmoeting met Christus. Twee jaar later, bij de kruisiging, zien we hem samen met Jozef van Arimathea bij het graf van Christus.
“39 Nikodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. 40 Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis.” (Johannes 19:39-40).

En hoe zit dat met jou? Heb jij volledige zekerheid in je hart, dat innerlijke getuigenis van de Geest, dat je wedergeboren bent, en een kind van God? Zou het kunnen dat jij het gevoel hebt dat je iets mist, net als Nicodemus? Om wedergeboren te worden uit Gods Geest en vrede met God te ervaren, moet je je van zonden bekeren en Christus vragen om in jouw leven te komen en vanaf dat momen de controle uit te oefenen. Hier zie je een gebed dat je zou kunnen uitspreken:

Gebed:

Vader, Ik kom naar U toe, gelovend dat U van mij houdt en een plan voor mijn leven hebt. Ik dank U dat U mij zo hebt liefgehad dat U Uw Zoon in de wereld hebt gezonden om de straf voor mijn zonden te betalen, die mij zo lang ervan hebben weerhouden van Uw aanwezigheid te genieten. Ik bekeer me, wend me van de zonde af en vraag Christus om in mijn leven te komen, terwijl ik het bestuur over mijn leven aan Hem overdraag. Ik dank U, Vader, voor de gave van het eeuwige leven. Amen!


Email: keiththomas@groupbiblestudy.com


Website: www.groupbiblestudy.com

Naar het Nederlands vertaald door Eric Arthur Roos.

 

bottom of page